455
24 APRIL 1979
Hiermee ben ik aan het eind van mijn beant
woording in eerste instantie gekomen. Ik hoop,
mijnheer de voorzitter, dat ik naar aanleiding van
de zojuist gehouden besprekingen in het college
voldoende heb gezegd. Anders willen misschien an
dere leden van het college nog een aanvulling ge
ven.
De VOORZITTER: Dames en heren. Ik geloof dat
namens het college alles is gezegd wat er over de
ze kwestie in dit stadium kan worden gezegd. Ik
mag aannemen dat de bedoelingen van het college,
die zojuist door mevrouw Paulussen in een aantal
punten zijn verwoord, volstrekt duidelijk zijn.
De heer VAN DUIJL: Naar aanleiding van het
geen de wethouder heeft gezegd zou ik om schorsing
van de vergadering willen vragen.
De VOORZITTER: Ik zal aan dat verzoek voldoen.
De overige leden van de raad zou ik, voor zover
zij nog de neiging hebben overleg te willen ple
gen, willen vragen tevens van deze schorsing ge
bruik te maken. Ik schors de vergadering.
SCHORSING.
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering.
Dames en heren. Mij heeft zojuist een motie
bereikt, waarvan is gebleken dat vele, schier al
le, leden van de gemeenteraad haar kunnen steunen:
de motie is ondertekend door leden van schier alle
fracties van de raad.
De heer GARRITSEN: Ik ben op geen enkele wij
ze benaderd en ik heb mijn handtekening niet onder
de motie gezetI
De VOORZITTER: Vandaar dat ik met de beschei
denheid die mij past het woord "schier" heb ge
bruikt. U weet hoe moeilijk het is om goed Neder
lands te spreken en het afgelopen uur is ook ge
bleken hoe moeilijk het is de Nederlandse woorden
in een goede volgorde achter elkaar te zetten! In