24 APRIL 1979
464
heeft de wethouder betoogd dat schijnt een col
legestandpunt te zijn dat artikel 19 van de Wet
op de ruimtelijke ordening niet in bestaande wij
ken mag worden toegepast, althans niet ten aanzien
van woonwagenbewoners. Ik heb dit nergens kunnen
terugvinden: het staat niet in de rapportage van
de ambtelijke werkgroep, maar ook uit het preadvies
blijkt niet dat dit standpunt door het college zou
zijn ingenomen. Ik vind het eigenlijk een beetje
schandelijk dat zo te vermelden. Als je dan toch
artikel 19 wilt toepassen, kun je het in mijn ogen
beter gebruiken om in een bepaalde wijk de woonwa
genbewoners die in een noodsituatie verkeren, te
helpen. Toepassing van artikel 19 in dit geval uit
zonderen, maar het artikel wèl toepassen om kanto
ren of bepaalde bedrijven zich in wijken te laten
vestigen, vind ik uiterst merkwaardig en ten aan
zien van de woonwagenbewoners eigenlijk discrimi
nerend. Volgens de wethouder heeft dit te maken
met de zorgvuldigheid van de voorbereiding; het
heeft echter naar mijn mening méér te maken met de
mogelijkheid dat de huisbewoners nog eens extra
bezwaren tegen een lokatie voor woonwagenbewoners
zullen inbrengen. Hoewel ik er, zoals ik al heb
gezegd, niets tegen heb dat huisbewoners bezwaren
maken, meen ik dat je dit alles niet moet vertalen
door te beweren dat de snelheid in dit opzicht de
doorslag zou geven. Nogmaals: de juistheid van het
argument van de snelheid is op geen enkele wijze
aangetoond
De derde reden betreft de integratie, in ver
band waarmee over een blanco situatie wordt gespro
ken. Ook op dit punt is, ondanks aankondiging van
het tegendeel, verder nog niets uitgezocht. Mijn
conclusie is dat op alle drie de punten de juist
heid van de argumentatie volstrekt onvoldoende is
aangetoond. Ik begrijp niet goed waarom alle ande
re raadsleden daar geen enkel woord aan wijden.
Het is niet waar dat er in het geval van de Haagse
Beemden sneller kan worden gewerkt, de betere voor
waarden voor integratie moeten éérst maar eens