24 APRIL 1979
466
de bewoners van Tuinzigt in het geheel niet gekend
zijn in plannen waarvan de woonwagenbewoners wèl
op de hoogte waren. Ik begrijp deze discriminatie
niet.
De heer GARRITSENIk heb altijd duidelijk
aangegeven dat het mijn bedoeling was dat de amb
telijke rapportage over veertien lokaties openbaar
zou worden. Herhaalde malen heb ik daar met D'66
informeel overleg over gepleegd, waarbij wij tot
de conclusie kwamen dat het gewenst was die veer
tien lokaties in de openbaarheid te brengen en
daar vervolgens over te gaan praten. Op dat ogen
blik had ik er echter geen enkele behoefte aan al
léén met de bewoners van Tuinzigt in discussie te
gaan over de vraag of de keus nu wel of niet op
Tuinzigt zou moeten vallen. Ik vond dat er méér
lokaties op tafel moesten komen en dat er vervol
gens inspraakmogelijkheden moesten worden geboden.
Voor wat de definitieve lokatie betreft zou mijns
inziens alsnog een inspraakfase moeten worden in
gelast. Ik kan mij goed voorstellen dat men ten
aanzien van noodlokaties de tijd, gezien de situa
tie op "Driekoningenoord", te kort acht. Als een
procedure ex artikel 17 van de Wet op de ruimtelij
ke ordening en artikel 10 van de Woonwagenwet juri
disch mogelijk is, heb ik er op zichzelf geen be
zwaar tegen dat zo'n procedure voor de noodlokaties
wordt gevolgd. Aan de keuze van een definitieve
lokatie moet, nogmaals gezegd, echter wel degelijk
inspraak te pas komen.
Anderzijds begrijp ik niet waarom D'66 zich
niet zo druk maakt om de huidige en de toekomstige
bewoners van de Haagse Beemden. Er wordt nu op
twee manieren geredeneerd: artikel 19 mag niet in
de bestaande wijken maar wèl in de Haagse Beemden
worden toegepast. Zo creëer je twee soorten bur
gers en ik begrijp niet goed waarom men dat doet.
De wethouder heeft medegedeeld dat artikel 19 in
verband met woonwagenbewoners niet in de bestaande
wijken en wèl in de nieuwbouwwijken mag worden