m 469 24 APRIL 1979 De harde garantie van het college met betrek king tot verwezenlijking vóór 1981 ik heb daar over gisteren gesproken blijft overeind. Door het college is nog geen beslissing genomen. Wan neer de raad zich heeft uitgesproken, zullen wij op de kortst mogelijke termijn verdere informatie verstrekken en verdere activiteiten ontplooien. Wij hebben kennisgenomen van de voorkeur van de heer Koertshuis voor dertig standplaatsen op één centrum. Zoals men weet heeft het college te dien aanzien een toezegging aan het Woonwagen schap en de woonwagenbewoners gedaan. Wij zullen zeker voor dertig standplaatsen pleiten, hoewel er in het preadvies bij de raad op wordt aangedron gen de definitieve keuze tussen vijftien of der tig te doen wanneer er op een gegeven ogenblik ook over definitieve lokaties kan worden gesproken. Met betrekking tot de vraag hoeveel wagens op een noodcentrum of noodcentra zullen worden on dergebracht, moeten wij nog overleg plegen met het woonwagenschap. Wij hebben wel eens gezegd dat je aan een aantal van twintig a dertig zou kunnen denken. Uitgaande van de eenentwintig vertrekkers op "Driekoningenoord" plus twintig a dertig stand plaatsen op een noodcentrum/noodcentra, kom je tot de conclusie dat het overloopkamp wellicht vrij zou kunnen worden gemaakt. Het overloopkamp zou dan als renovatiemogelijkheid kunnen worden gebruikt. In dat perspectief denken wijIn ieder geval hoeft de renovatie van "Driekoningenoord" niet per se te wachten op het terugbrengen tot dertig wagens. Je kunt zeggen dat noodlokaties ten dele te maken hebben met de renovatie, ten dele met de tweede lokatie. Door middel van noodloka ties breng je verlichting op het huidige centrum, een aantal mensen vertrekt naar de omliggende ge meenten en vervolgens kun je een begin maken. De heer KOERTSHUIS: Heb ik zojuist goed be grepen dat het maximaal aantal wagens dertig is? Wethouder PAULUSSEN: Er wordt aan een aantal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 469