46
11 JANUARI 1979
schoonheidsfout zou willen betitelen, is dat ik in
de commissie zou hebben gezegd ik herinner het
mij niet meer letterlijk dat de Sp.A.R. met het
voorstel akkoord was gegaan. Als ik daar onwaar
heid heb gesproken, was het in commissie; de amb
tenaren die de Sp.A.R. overal volgen waren erbij
en hebben mij niet gecorrigeerd. Het kan zijn dat
het om het dagelijks bestuur van de Sp.A.R. gaat.
Misschien heb ik het, verkeerd voorgelicht, ondui
delijk of verkeerd gezegd, waarvoor mijn excuses.
In ieder geval was er destijds al een Sp.A.R.-re-
actie bekend.
De heer Veelenturf heeft speciale aandacht
voor de aspirant-leden gevraagd. Ik moet in dat
verband de volgende moeilijkheid op tafel leggen.
Wanneer je tot subsidiëring op basis van het aan
tal leden besluit, moet je ergens een criterium
hebben. Ik vind dat je moet kunnen aannemen dat
de leden van de sportorganisaties bekend zijn;
bondscontributie is daarvoor bijvoorbeeld een cri
terium. Wanneer een vereniging een lange lijst
van leden heeft, wordt het erg moeilijk een voor
ieder aanvaardbare grens te trekken en vast te
stellen wie de echte spelende leden zijn, voor wie
de subsidie trouwens op grond van de beleidsover
wegingen ook bedoeld is. Wij hebben een heldere
lijn getrokken, met als gevolg dat de verenigingen
die met aspirant-leden werken en dat zijn niet
alleen de gymnastiekverenigingen daar wel enigs
zins de dupe van zijn. Aan de andere kant: ieder
een weet al jarenlang heel exact waar hij aan toe
is en de situatie is dus voor zover ik dat weet,
nogal duidelijk.
Overigens is er een grote kans dat in het ka
der van de subsidienota en de nieuwe regeling an
dere gedachten worden ontwikkeld en dat het crite
rium van alleen maar lid zijn van een vereniging,
gezien de beleidsuitgangpunten die daarachter kun
nen liggen, misschien niet het meest voor de hand
liggende subsidiecriterium wordt. Ik verwacht dat
ook andere criteria in discussie komen. Het is dus