24 APRIL 1979 472 dit geval de woonwagenbewoners op geen enkele wij ze bij het overleg over de lokatie zijn betrokken, terwijl van de zijde van C.R.M. te kennen is gege ven dat de plannen juist op dat punt zullen worden beoordeeld Wethouder PAULUSSEN: Ik durf namens deze raad de gesprekken met C.R.M. aan te gaan op basis van de procedure die wij tot nu toe hebben gevolgd. We moeten dan maar afwachten of ik te optimistisch ben en of de heer Garritsen gelijk krijgt. Daaro ver zullen wij terugrapporteren. De heer Garritsen is van mening dat wij niet goed duidelijk hebben gemaakt waarom voor de Haag se Beemden is gekozen. In het preadvies zijn ech ter drie motieven voor deze keuze aangevoerd en de raad zal straks, wanneer hem (een) concrete loka tie (s) wordt (worden) voorgelegd, kunnen toetsen of hetgeen in het preadvies staat uitkomt. Men kan dan nagaan of de lokatie(s) voldoet (voldoen) aan de criteria die we eerder hebben gehanteerd, of er mogelijkheden tot integratie aanwezig zijn en of de procedure, als zij in tijd is uitgezet, beant woordt aan de beleidsuitspraak die is gedaan. De heer GARRITSEN: U geeft precies de twij fels aan die ik heb. Op dit ogenblik moet je nog geen keuze doen, want anders is het heel goed mo gelijk dat je, zoals u nu schetst, uiteindelijk een ander besluit moet nemen, als blijkt dat de snelheid niet voldoende is en dat niet optimaal aan de criteria wordt voldaan. Je moet vandaag geen onverantwoorde keuze doen. Wethouder PAULUSSENWij hebben de verwach ting dat aan de criteria zal kunnen worden voldaan, maar een nadere beoordeling is pas mogelijk wan neer de lokatie(s) in deze raad aan de orde komt (komen)De raad zal dan een beslissing moeten ne men. In ieder geval is het college van mening dat het, uitgaande van de drie punten die in het pre advies worden genoemd, tot verwezenlijking van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 472