11 JANUARI 1979
47
mogelijk dat we over dit punt binnen een half jaar
vrij uitvoerig in discussie zijn. Op dit ogenblik
is het echter mijns inziens niet zinvol de heldere,
herkenbare en bekende grens die er nu is, te gaan
veranderen.
Het aantal verenigingen dat de gemeente op
haar lijsten heeft staan, is naar de mening van
de heer Veelenturf niet geheel compleet. Voor zo
ver ik weet hebben wij ongeveer 190 sportvereni
gingen op de lijsten staan. Een en ander wordt
uiteraard periodiek bijgesteld, maar wanneer het
door welke oorzaak dan ook, op het ogenblik niet
compleet is, moeten we snel verbeteringen aanbren
gen, want het is inderdaad de bedoeling dat we het
gehele Bredase "veld" bereiken. Eventuele misver
standen zouden bijvoorbeeld kunnen bestaan ten
aanzien van verenigingen die kort geleden zijn op
gericht. We zullen in ieder geval onmiddellijk
contact met de Sp.A.R. opnemen en als er verschil
lende lijsten zijn, zal dat aan het licht komen.
Nu burgemeester en wethouders en de dienst
jeugd en sport op het gebied van de subsidieverle
ning nogal wat bevoegdheden krijgen, zou de heer
Veelenturf graag van de gang van zaken op de hoog
te gehouden willen worden. Het lijkt mij heel
juist periodiek in de commissie na te gaan hoe het
ermee gesteld is; dat moeten we zeker doen. De af
wijzingen zouden, aldus de heer Veelenturf niet
moeten blijven liggen totdat er een periodiek
overzicht komt, maar zouden zo snel mogelijk in de
commissie moeten worden gebracht. Wanneer, zoals
de heer Veelenturf ook heeft gevraagd, bij afwij
zingen op de beroepsmogelijkheid wordt gewezen,
zal de raad over beslissingen waarmee de betrokke
nen het niet eens zijn kunnen oordelen. Wanneer
namelijk het college negatief heeft beslist, moet
men in beroep gaan bij de raad; de raad krijgt dan
in ieder geval het geheel op tafel en dat kan naar
ik meen ook vrij snel gebeuren. In gevallen waar
in de dienst jeugd en sport het automatisme naar
de mening van een vereniging verkeerd heeft