24 APRIL 1979
480
Wethouder VAN DUN: Mevrouw Saelman heeft ge
vraagd waarom het voorstel in de commissie ruimte
lijke ordening is behandeld. We hebben het daar
aan de orde gesteld omdat we dat leuk vonden; we
waren te laat met het voorstel en we wilden het
graag deze maand in de raad brengen. Je kunt dan
arbitrair gaan praten over de vraag of het in de
commissie openbare werken dan wel in de commissie
ruimtelijke orde aan de orde moet komen, maar de
tijd heeft ons ertoe gedwongen het in de commissie
ruimtelijke ordening te brengen. Dat berust niet
op een principieel standpunt.
Ik dank de heer Ten Wolde voor zijn opmerking,
die duidelijk is. Natuurlijk behoren Haagdijk en
Boschstraat bij het kernwinkelapparaat. Men zal
zien op basis van nadere studies die zullen wor
den verricht dat we dat ook waar willen maken.
Met de suggestie van mevrouw Den Ouden een
proef van een jaar en dan evalueren kan ik ak
koord gaan. Ik heb dit met de politie en met de
verkeersingenieur doorgesproken. We zullen de sug
gestie van mevrouw Den Ouden volgen en ook de win
keliers bij het evaluatieproces betrekken. Een en
ander lijkt mij gemakkelijk uitvoerbaar, omdat het
treffen van verkeersmaatregelen iets is dat van de
ene op de andere dag te regelen valt.
Mijnerzijds wil ik namens het college nog veel
respect voor de winkeliers van de Haagdijk uit
spreken. Zij hebben een toe te juichen particulier
initiatief ontplooid door deze herinrichting aan
te zwengelen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en
wethouders besloten.
11. bijlage nr. 129.
NOTA VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS INZAKE
EEN WIJZIGING IN DE PROCEDURE VAN BEHANDELING
VAN HET BELEIDSPLAN HOGE VUCHT EN DE DAARUIT
VOORTVLOEIENDE VERLENGING VAN DE WERKZAAMHE
DEN VAN HET PROJECTTEAM HOGE VUCHT EN EEN