17 MEI 1979 494 heeft de Bond er, gezien de correspondentie, her haaldelijk op aangedrongen opnieuw tot benoeming over te gaan. Uit de correspondentie maak ik voorts op dat burgemeester en wethouders tussentijdse be noeming ongewenst achten. Dit lijkt mij nogal vreemd, omdat de leden van de welstandscommissie voor vijf jaar worden benoemd. Door een roulatie systeem staat telkens één lid "buiten spel": Dat lid dient dan als reserve terwijl de andere leden functioneren. Het lijkt mij nodig dat aan de ver ordening wordt voldaan en dat zo snel mogelijk een lid namens de B.N.A. wordt benoemd. Ik stel voor deze benoeming in de volgende vergadering te doen plaatsvinden De B.N.A. heeft in een brief die niet op de lijst van ingekomen stukken staat naar ik aan neem omdat hij nogal laat binnenkwam zijn ver wondering erover uitgesproken dat aan drie archi tecten de opdracht is gegeven een schets te maken voor de eventuele nieuwe behuizing van de dienst van openbare werken. Men heeft namelijk de indruk dat indertijd het uitschrijven van een prijsvraag is toegezegd. Ik zou graag willen dat het college op dit punt in de komende vergadering enige verduidelij king geeft. ANTWOORD. Wegens verblijf in het buitenland gedurende het grootste deel van het jaar heeft Ir. W.M. van Dael verzocht per 1 september j.l. zijn ontslag te aan vaarden als lid van de welstandscommissie. Ir. Van Dael was destijds aanbevolen door de BNA- kring Breda. Ondanks zijn vertrek bleef de wel standscommissie bestaan uit het reglementair vast gestelde aantal van drie leden, namelijk de heren ir. J.C. van Buytenen, J. Nouwens en ir. W.J. Ram- selaar Wij hebben overwogen of tussentijdse vakature-op- vulling nodig en zinvol is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 494