499 17 MEI 1979 ANTWOORD. Het spijt ons dat niet zo tijdig is gereageerd op de vraag gesteld in de raadsvergadering van 19 fe bruari, dat bovenstaande opmerkingen wellicht ach terwege hadden kunnen blijven. Uit het inmiddels verschenen antwoord op de vraag d.d. 19 februari met betrekking tot de welstands commissie blijkt, dat sinds het vertrek van Ir. W.M. van Dael deze commissie bleef bestaan uit het reglementair vastgestelde aantal van drie leden. Slechts het normale rouleersysteem kon niet worden toegepast. Dit systeem beoogt de betrokkenheid van de leden bij het werk van de commissies te vergro ten. Deze betrokkenheid is door het terugvallen van 4 op 3 personen niet verminderd. Uit dien hoofde menen wij dat niet kan worden ge zegd dat een verordening grof wordt overtreden. Uit het antwoord op de vraag d.d. 19 februari blijkt voorts dat de brief van de commissie beroepsopstel ling B.N.A. kring West-Brabant inmiddels geplaatst is op de raadsagenda, terwijl de brief van de B.N.A.-kring Breda met betrekking tot de voorberei ding van de nieuwe huisvesting voor de dienst open bare werken reeds bij de raad bekend was. VRAAG: (gesteld in de raadsvergadering d.d. 15-3-1979) De heer GARRITSENIn de raadsvergadering van 11 januari j.l. heb ik een vraag gesteld die in middels is beantwoord. Op mijn verzoek een datum te noemen is men echter niet ingegaan. We hebben namelijk kaarten laten vervaardigen die zouden moe ten worden verstuurd, hetgeen pas mogelijk is als erop vermeld is wanneer we het Praathuis kunnen betrekken. Het college kan in dezen dus volstaan met het noemen van een datum.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 499