g
17 MEI 1979 500
ANTWOORD
p
De
verbouwing van het praathuis zal ongeveer een
e-
maand in beslag nemen, zodat het rond 1 juni a.s.
h-
wederom betrokken kan worden.
VRAAG: (d.d. 29 januari 1979 gesteld ing.
-
art
40, 2e lid R.v.O.)
et
De heer GARRITSENIn een artikel in de Stem
van
24-1-1979 wordt melding gemaakt van het feit
sn
dat
de fa. Mermans in overtreding is.
an
Mede n.a.v. dit artikel wil ik Uw college de
3-
volgende vragen ex. art. 40 van het regl. van orde
stellen;
1.
Is het juist dat de fa. Mermans grote hoeveel
-
heden brand- en explosiegevaarlijke stoffen
Jit
heeft opgeslagen achter de panden Van Goor-
straat 34 en 36?
1-
2.
Indien vraag 1 bevestigend wordt beantwoord
31
is genoemde opslag dan overeenkomstig de hin
derwet vergunning welke de fa. Mermans in
3i-
haar bezit heeft?
311
3.
Is het college niet met ons van mening, dat
gezien het risico verbonden aan de opslag
van grote hoeveelheden brand- en explosiege-
vaarlijke stoffen in een zo dicht bevolkte
buurt sluiting van deze inrichting, geheel of
gedeeltelijk, ogenblikkelijk vereist is?
in
4.
Kan het college meedelen sinds wanneer zij op
de hoogte is van genoemde feiten en welke
stappen zij sindsdien heeft ondernomen?
>e-
ANTWOORD.
Ad
l.Op 4 april 1973 hebben wij aan Verfhandel
L.J.A. Mermans vergunning ingevolge de hinder
wet verleend voor het oprichten enz. van een
bewaarplaats voor brandbare vloeistoffen en
schildergereedschappen op het perceel Van
Goorstraat 34-36. Krachtens deze, in beroep