17 MEI 1979 530 geven. Deze verwerpelijke gang van zaken werpt een nieuw licht op de kwestie. Het is niet voor niets dat Sint Laurentius heeft geweigerd het verzoek om afkoppeling in te trekken. De woningbouwvereniging heeft in overleg met het EnWa-bedrijf erkend dat haar verzoek wat Breda-noord betreft is achterhaald door het stadsverwarmingsproject en dat haar ver zoek wat IJpelaar betreft door een hernieuwd onder zoek naar stadsverwarming in die wijk is opge schort. Ik blijf dit alles vreemd vinden. Meer principieel zijn wij van mening dat be woners die afkoppeling wensen, daartoe ook de gele genheid moeten krijgen en niet ten eeuwigen dage in hun woongenot moeten worden geschaad door dit ondermaatse systeem. De VOORZITTER: Ik begrijp van de heer De Brouwer dat hij dit punt van de agenda afgevoerd wenst te zien. Het is hem waarschijnlijk bekend dat hij hierin zal moeten worden ondersteund, wil zijn ordevoorstel in behandeling kunnen komen. Ik vraag hierover het oordeel van de raad. De heer DREEF: Ik kan het met het voorstel van de heer De Brouwer eens zijn, omdat uit het con cept-verslag van de commissievergadering van 24 april j.l. blijkt ik ben zelf niet bij die ver gadering aanwezig geweest dat een en ander niet in overeenstemming met de besluitvorming in het ka der van de huurdersbelangenvereniging is. Ik ben het met de heer De Brouwer eens dat er blijkens het oordeel van degene die met betrekking tot de 68 de informant is geweest, in dezen iets niet goed in orde is. Het lijkt mij gewenst dat er in de commissie opnieuw overleg plaatsvindt, opdat alles wat met de besluitvorming ten aanzien van dit voor stel samenhangt goed op een rijtje wordt gezet. In dit verband steun ik het ordevoorstel van de heer De Brouwer De heer GARRITSEN: Ook ik kan het voorstel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 530