533
17 MEI 1979
Al met al zie ik geen reden om het voorstel
aan te houden: er moet gewoon een brief naar Sint
Laurentius toe
Het ordevoorstel van de heer De Brouwer wordt
hierna in stemming gebracht en met 18 tegen 15
stemmen verworpen.
TEGEN hebben gestemd: de heren Taks, Van Don
gen, Peeters, Schuring en Van Dun, mevrouw Van
Rooij-van den Heuvel, de heren Van Duijl, Van Ban
ning, Veelenturf, Ten Wolde, Neeb, Van den Wijn
gaard, Van Asseldonk, De Raaff, Goos, Gielen, Kam-
meraat en Sandberg.
VOOR hebben gestemd: de heren De Brouwer,
Oomen en Van de Steenoven, mevrouw Nieuwstraten-
Driessen, mevrouw Paulussen, mevrouw Saelman-Boelen
de heren Crul, Welschen, Dreef en Paquay, mevrouw
Muntjewerff-van den Hul, mevrouw Stutterheim-Ede-
ling, de heren Hendriksen, Martens en Garritsen.
(De heer Broeders was tijdens de stemming
niet aanwezig.)
De VOORZITTER: Aan de orde zijn de beraadsla
gingen over agendapunt 14.
De heer DE BROUWER: Ik zou nog even willen
ingaan op hetgeen de heer De Raaff heeft gezegd.
De VOORZITTER: We hebben het nu over de inhoud
van het voorstel.
De heer DE BROUWER: Jawel, maar ik ga nu met
een in op de opmerkingen van de heer De Raaff in
eerste instantie. Feitelijk heeft hij gelijk; ik
geloof alleen dat de enquête eenzijdig is verwoord.
Bij de enquête werd ook de mogelijkheid opengela
ten om opmerkingen buiten de gestelde vragen om te
maken. Dat is voor ons van wezenlijk belang, want