17 MEI 1979
536
betrekking had op de keus tussen onderhoud en on
derhoud met verbetering; de afkoppeling was bij de
enquête niet aan de orde. Tijdens de informatie
avonden is niet, althans niet duidelijk, gebleken
dat het wenselijk zou zijn tot afkoppeling over te
gaan. Ik wil gaarne erkennen dat er mensen in de
wijken vóór afkoppeling zullen zijn, maar het gaat
erom wat er moet gebeuren en wat de meerderheid
wil. In ieder geval is niet duidelijk gebleken dat
afkoppeling wenselijk is.
Het lijkt mij niet goed ten opzichte van het
geen reeds eerder is gezegd in herhalingen te ver
vallen. Ik wil nog wêl bezwaar maken tegen een op
merking van de heer De Brouwer in preliminaire in
stantie. Hij heeft gezegd principieel van mening
te zijn dat de bewoners niet ten eeuwigen dage met
een ondermaats systeem mogen blijven zitten. Ik
geloof er niets van dat men ten eeuwigen dage met
een ondermaats systeem te maken zal hebben. Er wor
den nu juist pogingen in het werk gesteld om tot
verbetering van het systeem te komen.
De heer DREEF: Ik wijs er nogmaals voor de
duidelijkheid op dat de vraag "wel of niet afkoppe
len?" in de enquête niet meer aan de orde is ge
steld. Er waren maar twee mogelijkheden en daarin
is nu juist het principiële verschil gelegen.
De VOORZITTER: Wenst men stemming over het
voorstel van burgemeester en wethouders?
De heer DE BROUWER: Ik volsta met de medede
ling dat onze fractie tegen dit voorstel is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethou
ders besloten, onder aantekening dat mevrouw Sael-
man-Boelen en de heer De Brouwer geacht willen wor
den te hebben tegengestemd.