539 17 MEI 1979 (De heer Paquay was tijdens de stemming niet aanwezig. De VOORZITTER: Aan de orde is het voorstel van burgemeester en wethouders. De heer DE BROUWER: Het voorstel dit zal wellicht bevreemding wekken kan ons niet beko ren, op grond van de volgende overwegingen. Ten eerste is het verhogen van de vastrechttarieven geen passend middel om energie te besparen, ter wijl dat toch juist het doel van de wijkverwarming was. Ten tweede zadelt het rijk op deze manier de gemeente op met een forse renteverhoging en dan nog wel met terugwerkende kracht van maar liefst twee jaren. Wij vinden dat het rijk daardoor in strijd met de rechtszekerheid voor de gemeente handelt; een dergelijke handelwijze verdient al leen afkeuring. Dat burgemeester en wethouders de kosten op de gemeentekas willen laten drukken, lijkt aardig, maar moet door ons worden uitgelegd als een onverdiende rugdekking van de regering. Ons derde argument is dat de gemeente door het vast recht met terugwerkende kracht vanaf 15 april j.l. te verhogen in strijd handelt met de rechtszeker heid van de bewoners van de 264 woningen in IJpe- laar, de 668 woningen in Wisselaar-west en de 806 woningen in Geeren-noord. De heer GARRITSEN: Ik kan de argumenten van de heer De Brouwer volledig onderschrijven. Ter toevoeging wijs ik erop dat de verhoging van de tarieven voortkomt uit de ontwikkeling van de markt- rente; het zal duidelijk zijn dat een socialis tische partij zich sterk tegen zulke maatregelen afzet. De burger heeft op de marktrente geen enke le invloed en als hij er dan toch automatisch mee in de pas moet lopen, zien wij dat als een vrij slechte zaak. Op grond van een fundamentele bena dering willen wij daar niet aan mee doen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 539