543 17 MEI 1979 willen hebben, mogen we ook vragen waarom de wethou der gezien de discussie, nader beraad nodig achtte. Waren er wellicht toch openingen om de zaak eventu eel in heroverweging te nemen? Onze fractie zou hierover nadere informatie willen hebben, te meer daar ik hierover niets in de besluitenlijst van het college heb kunnen vinden. Ik kom tot een afronding. Wij kunnen de con sequenties van het leggen van een claim op het EnWa-bedrijf nog niet overzien, terwijl wij boven dien van mening zijn dat er door de beslissing ten aanzien van de 728 woningen in de Biesdonk een precedent is geschapen. Wethouder DE RAAFF: Wat een warwinkel van vragen! Overigens constateer ik tot mijn genoegen dat ik een punt heb gevonden waarop ik het eens een keer eens ben met de heer De Brouwer. Hij foetert er namelijk over dat de renteverhoging over een zo lange periode terugwerkt: ook ik vind dat een vreselijk iets. Toen we op 18 mei 1978 over een soortgelijk geval in de Biesdonk spraken, heeft de heer Martens eveneens zijn ongenoegen over de te rugwerkende kracht tot uiting gebracht. Ik vind het ook erbarmelijk dat we na zo veel jaar met dit "rotvoorstel" moeten komen. Het is echter nu een maal zo dat je als bestuurder op een gegeven ogen blik ook ten aanzien van moeilijke problemen een besluit moet durven te nemen. Ik heb er dan ook voor gepleit niet tot uitstel te komen, want uit stel is alleen maar zinnig als je op korte termijn essentiële ontwikkelingen verwacht of als er essen tiële informatie ontbreekt die je eerst nog even wilt natrekken. Noch het één, noch het ander is het geval. Toen we in 1978 bij het ministerie aanklopten om een verandering te bewerkstelligen, heeft het zeven maanden geduurd voordat we een negatieve be schikking kregen en dat gebeurde dan nog pas na herhaald vragen. In verband met de trendmatige stijging verwacht ik dan ook dat het deze keer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 543