54 11 JANUARI 1979 Zo zou het college een bepaalde vereniging niet "kansarm" kunnen vinden, terwijl wij van mening zijn dat dat wèl het geval is. Daardoor zou fric tie kunnen ontstaan. Wellicht kan de wethouder toezeggen dat de commissie jeugd en sport zal wor den geïnformeerd over de bijzondere subsidies als bedoeld in artikel 16 die bij het college in be handeling zullen komen. Met zo'n toezegging de informatie zou bijvoorbeeld ter kennisneming kun nen worden verstrekt -- zijn wij dik tevreden. Als die toezegging komt, hebben wij geen behoefte aan het amendement van D'66. De heer GARRITSEN: Ik ben het eens met de argumentatie van D'66 voor het indienen van het amendement. Het is van belang dat grotere subsi diebedragen, vooral als ze voor de topsport be stemd zijn, in de raad aan de orde komen. Mijns inziens is het niet de taak van het college of de betrokken wethouder te beoordelen of een subsidie aanvraag al dan niet in de raad aan de orde dient te komen. Ik ben het met D'66 eens dat beslissing uiteindelijk in de raad dient te vallen. De heer KOERTSHUIS: Ik heb het amendement van D'66 ondertekend, omdat ik het er persoonlijk mee eens ben. Hierbij kan ik niet namens mijn ge hele fractie spreken, zoals de stemming zal uit wijzen. Er zijn voors en tegens, maar persoonlijk acht ik het gewenst dat over bijzondere subsidies voorbeelden daarvan zijn door de heer De Brou wer genoemd door de raad wordt beslist en op de normale wijze door de commissie wordt geadvi seerd. Wethouder WELSCHEN: Het door de heer Veelen- turf gevraagde overleg met het D.B. van de Sp.A.R. over de aspirant-leden is bij dezen toegezegd. De heer Veelenturf heeft ook nog gevraagd de commis sie periodiek van de binnengekomen verzoeken op de hoogte te stellen. De commissie vergadert eens per maand en je kunt dus nooit weten of er

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 54