553 17 MEI 1979 waarin op basis van een nieuw te houden woningbe hoefte-onderzoek zal worden aangegeven welke soort woningen, waar en wanneer en in welke hoeveelheid zullen worden gebouwd.Deze nota,aldus het program akkoord, zal binnen twee jaar aan de raad worden aangeboden. Dit is een hele mondvol; het komt kort gezegd op het volgende neer: wanneer we op 1 sep tember 1980 een nota volkshuisvesting bespreekbaar in de raad willen hebben, zal er bijzonder hard moeten worden gewerkt en als er een onderzoek dient te worden gehouden, zal daarvoor geld op ta fel moeten komen. Het enige nare punt is dat het budget van de sociografische dienst de kosten van het onderzoek niet bleek te kunnen opbrengen. Het hele voorstel zou achterwege zijn gebleven als het onderzoek in dat budget had kunnen worden inge past, maar nu we gebruik moeten maken van het bud getegalisatiefonds, moeten we ons houden aan de af spraak dat gevallen waarin we uit dat fonds willen putten, in de raad aan de orde dienen te komen. Het ter tafel liggende voorstel is dus een enigs zins administratieve begeleiding van het laten uit voeren van het onderzoek en ik meen dat we door het onderzoek te doen plaatsvinden in de geest van het programakkoord handelen. Ik geef onmiddel lijk toe mevrouw Muntjewerff heeft dat beves tigd -- dat het onderzoek, althans het veldwerk, bijna gereed is; het totale onderzoek zal aan het eind van dit jaar gereed komen. Ik vind het belangrijk dat 100.000, voor het onderzoek wordt uitgegeven, want ik vind het onderzoek belangrijk, omdat is afgesproken dat het zou worden verricht en omdat één van de centrale uitgangspunten van het programakkoord in houdt dat we naar behoefte zullen bouwen. Naar mijn mening dit aan het adres van de heer Van Asseldonk is het te voteren geld belangrijk en is ook de onderzoekssituatie als zodanig belang rijk. Mevrouw Muntjewerff heeft gezegd: maar mijn heer Brokx heeft óók wat gedaan. Dat schijnt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 553