17 MEI 1979 556 worden Ik ben mij ervan bewust dat mijn beantwoording in sociaal wetenschappelijke zin onvolkomen is. Toch heb ik vertrouwen in de onderzoekssituatie bij de sociografische dienst. Naar mijn mening is het in het kader van het programakkoord van belang, speciaal met het oog op het item "bouwen naar be hoefte", 100.000,voor het woningmarktonder zoek ter beschikking te stellen. Het aan de orde stellen van de onderzoekssituatie in de commissie openbare werken lijkt mij achterhaald en niet zin vol, behalve als wij elkaar van dienst kunnen zijn met een nadere verklaring en een toelichting op de redenen waarom bepaalde vragen worden gesteld. Met een gedachtenwisseling in laatstbedoelde zin heb ik geen moeite, maar de opzet alsnog ter discussie stellen vind ik achterhaald. Voorts heb ik aan een begeleidingscommissie die de resultaten van het onderzoek veilig zou moeten stellen, geen enkele behoefte. Er is in dezen aan het college iets opge dragen en bij het begin van de rit een "boodschap" overhandigt. Het college zal de nota volkshuisves ting aan de raad presenteren en het college maakt daarbij gebruik van een onderzoek van de sociogra fische dienst. Ik acht het niet juist dat onder zoek vanuit de raad te doen begeleiden, voordat er beleidsconclusies uit worden getrokken. Mevrouw SAELMAN-BOELENIn de vergadering waar in het aannemen of verwerpen van de verkoopregule- rende bepalingen aan de orde was, heb ik tot twee keer dezelfde vraag aan de heer Van Dun gesteld, maar hij heeft mij toen niet geantwoord. Als hij nu kwaad is om een half grappig bedoelde opmerking, neem ik aan Wethouder VAN DUN: Ter voorkoming van misver standen: ik ben niet kwaad, hoor! Mevrouw SAELMAN-BOELEN: Nee, alleen maar be droefd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 556