7 JUNI 1979 577 bij wijze van ordevoorstel in de raad zou moeten worden gebracht. Er is altijd gelegenheid om over leg te plegen en ik zou de raad dringend willen ad viseren de beraadslagingen nu aan te vangen. Als ik mij aan de orde moet houden - en dat wil ik ui teraard doen kan het ordevoorstel van de heer Garritsen in stemming komen, mits het voldoende wordt ondersteund. Mij lijkt het voorstel van de heer Garritsen overbodig en in deze situatie be paald te ontraden. De heer GARRITSEN: Mijn concrete voorstel is drie kwartier uitstel en ik neem aan dat de P.v.d.A fractie mijn verzoek zal ondersteunen. De VOORZITTER: Heeft men behoefte over het ordevoorstel van de heer Garritsen, waarvan ik zo juist met alle respect ervoor een kwalifica tie heb geprobeerd te geven het woord te voeren? Het woord is aan de heer Eissens. Mag het kort zijn? De heer EISSENS: Dat zal ik de hele avond pro beren! Ik vind dit gebaar van de heer Garritsen erg sympathiek, maar het is jammer dat zal wel aan ons hebben gelegen -- dat hij wellicht geen af schrift heeft gekregen van de brief waarin werd uiteengezet op grond waarvan er bij ons geen behoef te aan nader overleg bestond. Het argument van tijdgebrek is in dat verband niet aangevoerd. Het enige is dat we op een gegeven ogenblik dinsdag morgen om acht uur hebben moeten starten omdat de uitnodiging tijdens de Pinksterdagen kwam. In onze brief hebben wij uiteengezet dat wij de binnenstads plannen aan het programakkoord hebben getoetst en dat er naar onze mening geen reden is daaraan een aparte vergadering te wijden. Ik kom daar straks nog even op terug; ons standpunt is wat dat betreft niet gewijzigd en ik heb dan ook geen behoefte om op het verzoek van de heer Garritsen in te gaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 577