578
7 JUNI 1979
De heer TEN WOLDE: De heer Garritsen heeft
een afschrift gekregen van onze brief waarin wij
volledig motiveerden waarom wij het gesprek met de
P.v.d.A.-fractie niet zinvol achtten. Van die mo
tivering heeft men ook uit de krant kennis kunnen
nemen. De achterliggende bedoeling van het verzoek
van de heer Garritsen om schorsing zal zijn de
P.v.d.A.-fractie de gelegenheid te geven nogmaals
met ons te gaan praten en haar daardoor in een
moeilijke positie te brengen. Dat betekent mijns
inziens nog niet dat er ook een gesprek kan plaats
vinden, want het standpunt dat wij in onze motive
ring hebben uiteengezet staat nog recht overeind.
De heer CRUL: De heer Eissens heeft gezegd
dat hij de brief na de Pinksterdagen heeft gekre
gen.
De heer EISSENS: Nee, ik heb gezegd dat wij
na Pinksteren 's morgens om acht uur bij elkaar
zijn gekomen. De brief schijnt vrijdagsavond laat
in de bus te zijn gekomen; dat was ten opzichte
van Pinksteren dus zo ongeveer om vijf minuten vóór
twaalf.
De heer CRUL: Als het voornaamste argument de
late komst van de brief is, had er toch wel een
gesprek kunnen plaatsvinden. Wij hechten natuurlijk
nogal aan dat gesprek, want anders hadden we die
brief niet verzonden. Ik wil er alleen op wijzen
dat men de brief na Pinksteren heeft behandeld en
dat Pinksteren ook nog een beetje bekend staat als
het feest van het licht; bij de bewuste raadsleden
heeft dat laatste echter blijkbaar toch onvoldoen
de doorgewerkt! Als C.D.A. en V.V.D. ook op dit
ogenblik niet willen praten, heeft het natuurlijk
weinig zin het ordevoorstel
De heer EISSENS: Luisteren schijnt voor de
heer Crul en ook voor De Stem verschrikkelijk moei
lijk te zijn, laat staan brieven lezen! Ik heb