7 JUNI 1979 583 De VOORZITTER: Wilt u nu uw betoog vervolgen? De heer EISSENS: Het onderzoek dat wij samen met V.V.D. en P.v.d.A. hebben onderschreven, zal alle prioriteit moeten krijgen, omdat het de toets steen wordt voor het toekomstige bouwprogramma. Overigens dienen we ons wel te realiseren dat het merendeel van de problemen van vandaag pas de ko mende jaren zal kunnen worden opgelost. Bouwen vraagt tijd, niet alleen het bouwen zelf, maar zo veel te meer de lange procedures die eraan vooraf gaanvan inspraak van de burgers tot het verwerken in de ambtelijke molens van alle plannen. Om die reden steunen wij de opvatting van het college dat ten aanzien van de bouwlokaties in het gebied Leu venaar straat/Middellaan artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening moet worden toegepast. We die nen een goed evenwicht te vinden tussen het betrek ken van burgers bij de plannen en de uitvoering er van. De burger dient te beseffen dat zijn wensen, aangezien hij maar een klein gedeelte van het to tale plan kan overzien, niet onbeperkt kunnen zijn, doch dienen te passen in het kader van het totale plan en van de financiële mogelijkheden. Inspraak procedures mogen niet leiden tot uitstel. Het ge zegde van de voormalige staatssecretaris Schaefer, thans wethouder van Amsterdam, excusez le mot "in gelul kun je niet wonen" spreekt mij erg aan. Omdat bouwen tijd kost, moeten nu alle midde len worden gebruikt die ons ten dienste staan om naast het bouwen van nieuwe woningen binnen het totale huidige woningbestand tot een billijke en eerlijke verdeling naar financiële draagkracht te komen. Zelfs in het geval dat er voldoende woning wetwoningen naar behoefte zijn gebouwd, zouden we toch een grote groep woningzoekenden niet aan be taalbare woningen kunnen helpen. De huurprijs van de huidige woningwetwoning bedraagt immers circa 450,en dit bedrag zal zeker alleen maar stij gen. Uit het overzicht van het aantal ingeschreven

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 583