7 JUNI 1979 587 Overigens hoorden wij gisteravond toevallig op de televisie dat de heer Brokx weer extra geld ter beschikking zou stellen voor de één- en tweeper soonshuishoudens. Wij hopen en verwachten dat het college hier attent op zal zijn. Met de methodiek van de projectmatige aanpak die het college wenselijk acht, kunnen wij ons ver enigen. In de proeftuin van de stadsvernieuwing, Spoorbuurt-west, is men op die manier bezig. Het is niet het gemakkelijkste gebied waaraan wij in de raad prioriteit hebben gegeven. Duidelijk is dat we dingen daar gefaseerd moeten aanpakken, met de financiële maatlat ernaast, want onze polsstok reikt niet verder dan hij lang is. Iets anders is dat wij uit onze ervaringen in de Spoorbuurt-west lering zullen moeten trekken, waarbij ik aanteken dat stadsvernieuwing een doe- zowel als een leerproces is voor allen die zich er mee bezighouden. Zowel in positieve als in negatie ve zin zullen we van onze ervaringen moeten leren en eventuele conclusies moeten trekken. Ten aanzien van het grondbedrijf B en Spoor buurt-west zou ik nog het volgende willen zeggen. Een goed financieel beleid is een noodzakelijk mid del om te kunnen besturen. Het periodiek verstrek ken van inzicht in de financiële gang van zaken is daarvoor gewenst. Onverantwoorde risico's nemen op financieel gebied of tekorten laten ontstaan past niet in de filosofie van een goed financieel be leid. Het is daarom verstandig de situatie met be trekking tot het grondbedrijf B te saneren, tenein de nog grotere tekorten te voorkomen. We realise ren ons ten volle dat de bestemming die we de gron den geven een zware financiële wissel trekt op de toekomst van de gemeente, 8,1 Miljoen uit de al gemene reserve en het fonds grote werken is een grote aderlating. De inzichten met betrekking tot de ontwikke ling en de opzet van de binnenstad oorspronke lijk meer bedoeld als kantoren- en handelscentrum en als duurdere woonomgeving zijn in de loop der

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 587