7 JUNI 1979 589 ons daarom getuigen van een lichtzinnig financieel beleid wanneer bepaalde uitgaven naar de toekomst zouden worden verschoven. Mede om die reden kunnen wij de voorstellen van de P.v.d.A. om uit andere risicovolle bronnen nog meer geldmiddelen te halen niet ondersteunen, nog afgezien van het feit dat we op dit ogenblik in afwachting van het woningbehoef te-onderzoek niet verder kunnen gaan. Het is te begrijpen dat de invulling van een parkeergarage op dit ogenblik voor velen vraagte kens oproept. Overigens is deze invulling gestoeld op een eerder genomen besluit en is de plaats waar de parkeergarage wordt geprojecteerd onzes inziens de beste van alle alternatieve mogelijkheden. Wij voelen ons hierbij gesteund door de benadering van de zijde van de St.A.R. In het licht van de ontwik kelingen van het toekomstig volbouwen van de omge ving en de Haagse Beemden móeten we nu wel beslis sen. Het is een gelukkige omstandigheid dat de voor gestelde beslissing de mogelijkheid tot verdere in vulling van deze plaats nog open laat. Wèl zouden wij van het college willen vernemen waarom de sug gestie van de St.A.R. tot het oprichten van een parkeerschap niet door het college is overgenomen. Wij zijn van mening dat de onderhavige voor stellen, getoetst aan het programakkoord, onze in stemming verdienen. Het verbaast ons dan ook dat de P.v.d.A. zoveel bezwaren heeft. Overigens houd ik mèt de P.v.d.A. mijn hart vast als we bij alle volgende te nemen besluiten zó verder moeten gaan. Op die manier begin ik te twijfelen aan de geloof waardigheid van een programcollege. De tijd is wellicht toch gekomen om bij volgende plannen van ingrijpende aard deze eerst te toetsen op hun haal baarheid in het licht van het programakkoord. Een uitnodiging tijdens de Pinksterdagen -- ik had dit al opgeschreven, mijnheer Crul'. van de P.v.d.A. om de onderhavige voorstellen aan het programakkoord te toetsen werd door ons niet van de hand gewezen om pragmatische redenen, zonder inhoudelijke moti vering, doch omdat onzes inziens zoals ik zojuist

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 589