7 JUNI 1979 591 zouden kunnen nemen. Door alle gebeurtenissen van de laatste tijd kon ik mij echter die namen niet zo goed meer te binnen brengen. Misschien dat ze weer boven water komen als we vanavond wat meer duidelijkheid hebben, hoewel de heer Eissens wel duidelijk is geweest. De raad staat voor belangrijke beslissingen en mijn fractie heeft zoals gezegd het werk enigs zins verdeeld. Door mij zullen namens de fractie enkele algemene en politieke punten worden bespro ken, waarna anderen op de specifieke aspecten van de vier voorstellen zullen ingaan. De twee algeme ne punten die ik aan de orde wil stellen houden uiteraard mede verband met wat de heer Eissens heeft gezegd. In de eerste plaats hebben wij vaak gezegd dat de gemeente voor de keuze staat of zij van de binnenstad een woonwijk dan wel een city wil maken; deze vraag is nog steeds aan de orde. Een tweede punt van algemene aard zal in mijn betoog worden gevormd door de achtergronden die naar onze beoordeling vooral meespelen bij de keuze die C.D.A. en V.V.D. vanavond blijkbaar gaan doen. Tot slot zal ik nog aandacht aan enkele politieke zaken schenken Zoals wij in commissieverband al hebben be toogd, is het stadshart in het gehele stadsgebeu- ren van zó groot belang, dat je zou moeten beslis sen of je er een woonwijk of een city van wilt maken. Wij hebben dit in een nota beschreven en de raad staat zoals gezegd nog steeds voor die keus, niet alleen voor bewoners, maar ook voor bezoekers, voor de middenstand, voor bedrijven en voor al de genen die steeds in de binnenstad verkeren. Wij zijn van mening dat de binnenstad een woonwijk moet worden, met natuurlijk extra voorzieningen omdat het nu eenmaal om het hart van de stad gaat. In onze opvatting zou een stadshart moeten ont staan zonder overdadig verkeer, maar wèl een plaats waar het goed is te winkelen, elkaar te ontmoeten en andere activiteiten te verrichten die in een stadshart passen. Er moet, zo menen wij, een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 591