594 7 JUNI 1979 welke behoeften zich aandienen. U hebt steeds ge zegd, ook in de discussie over de 30% in verband met de onderhandelingen met Brokx waarbij u het zo moeilijk hebt gehad met de wethouder en de wet houder zo moeilijk met u, dat het er om ging dat de behoefte er inderdaad is. De behoefte is er en dan moet je daar natuurlijk rekening mee houden, waarbij zo'n 20% méér de weegschaal nogal laat doorslaan. Daar moet je voor staan: je moet de be hoefte zien en de nood willen oplossen. Wij willen de woningnood direct oplossen en wat dat betreft is er een groot verschil met het C.D.A. Bij de V.V.D. is het dan nog'zo dat zij in wezen altijd zegt: bij ons gaat het erom dat degene die het het beste kan doen ook de meeste mogelijkheden moet hebben De heer TEN WOLDE: Dank je wel! De heer CRUL: Dat zegt u altijd. Het is niet rechtvaardig, maar u bent er wel eerlijk in! Het C.D.A. daarentegen en dat is weer eens duide lijk uit het betoog van de heer Eissens gebleken kijkt op een afstand toe hoe alles zich bij het vrije spel der krachten in de binnenstad zal ont wikkelen. Het staat in de binnenstad ontwikkelin gen toe die het, volgens de discussie met de cij fers van Brokx, eigenlijk zou moeten afwijzen. Wij vinden het onjuist als men zo'n beleid voert en wij zijn van mening dat men op deze manier een verkeerde weg bewandelt wanneer men wezenlijk de bedoeling heeft de woningnood op te lossen. De heer EISSENS: Wij gaan op dit ogenblik mee tot 38% en we hebben gezegd: als uit het woningbe hoefte-onderzoek zou blijken dat het méér zal moe ten zijn, zullen we er méér voor moeten inleveren. De heer Crul is wat dit betreft een echte onderne mer, want hij wil alle mogelijke risico's nemen. Wij vinden dat we die risico's niet mogen nemen voordat we meer duidelijkheid hebben. De heer CRUL: Ik heb inderdaad genoteerd dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 594