7 JUNI 1979
599
De heer EISSENS: Ik daag u uit heel concreet
te zeggen waar wij ons dan niet aan het programak
koord hebben gehouden.
De heer CRUL: U gaat het nu weer in een ander
daglicht stellen.
De heer EISSENS: Nee, helemaal niet. Dit is
een heel concrete vraag!
De heer CRUL: Nee, dat is niet waar. Als je
in een college gaat samenwerken heb je een program
akkoord als leidraad. Er staat bijvoorbeeld in het
programakkoord dat je tussen de burgerij moet be
sturen, iets waarvan wij betwijfelen of het wel
gebeurt. Zo zijn er nog meer voorbeelden te noemen,
maar daar gaat het niet alleen om. Het programak
koord is een intentieverklaring en daarnaast zitten
de zes wethouders er om het samen met elkaar eens
te worden. Bij onze benadering zijn we ervan uitge
gaan dat de wethouders het met elkaar eens hadden
moeten kunnen worden. Dat is niet gebeurd, want de
inzet van het C.D.A., die de V.V.D. toestaat, is
gewoon nog steeds overeind gebleven: daar is niets
aan toegedaan om toenadering te zoeken tot de in
tenties die bij de Partij van de Arbeid leefden.
Dit is het punt waar het in wezen om gaat.
De heer EISSENS: Dan moet u eens zeggen waar
onze wethouders zich niet hebben gehouden aan de
intenties waarover afspraken zijn gemaakt. Uw wet
houders nemen een standpunt in dat vanuit hun eigen
program, wanneer zij in de oppositie zouden zitten,
te billijken zou zijn, maar aangezien het program
akkoord een afspraak is, ga ik ervan uit dat zij
zich daar dan ook aan houden. Als het dan over het
woningbehoefte-onderzoek gaat en je weet verdomd
goed wat je gaat doen, moet je niet met het smoes
je komen dat de sociografische dienst een indicatie
heeft gegeven waarvan je wilt uitgaan. We wisten
met ons allen dat het tijd zou vergen om een goede
indicatie te krijgen en het is nooit de bedoeling
geweest dat de sociografische dienst even in een