7 JUNI 1979
603
ogenblik is tot in lengte van jaren niet worden
ingelopen.
Daar komt nog bij en de projectgroep huis
vestingsnood wijst daar in haar brief terecht op
dat de aangegeven 350 woningen, te bouwen in de
Gerardus Majellawijk, bestemd zijn voor bewoners
van te slopen woningen. Ze bieden als zodanig dus
geen soelaas voor woningzoekenden. Trekken wij de
ze 350 woningen af, dan blijft nog maar ongeveer
23% woningwetwoningen over, bestemd voor het opvan
gen van de nood onder de geregistreerde woningzoe
kenden. Met alle mogelijke middelen zal de staats
secretaris onder druk moeten worden gezet om een
aanzienlijke verhoging van het percentage woning-
wetbouw mogelijk te maken. Voor een deel zou kun
nen worden gezocht naar verschuivingen binnen het
voorgestelde programma ten gunste van meer Van
Dam-eenheden, want deze tellen immers niet mee voor
de berekening van de 30%. In het sociaal plan wordt
geconstateerd dat er juist een grote behoefte is
aan dat soort woningen.
Een moeilijk punt, waarover in het voorstel
echter niets te vinden is, is de te verwachten ho
ge huur van de te bouwen woningwetwoningen. Al eer
der hebben wij onze bezorgdheid over de stijgende
huren in de woningwetbouw uitgesproken. Dit pro
bleem doet zich niet alleen in de binnenstad voor:
ook in Princenhage-west heeft men bij nieuwbouw in
de woningwetsector met hoge huren te kampen. Wij
weten dat de wethouder onze bezorgdheid deelt, maar
wij menen dat onder geen beding het argument van
de hoge huren mag worden aangegrepen om dan maar
niet te bouwen. Ook hier geldt: alle betrokkenen,
gemeenten, woningbouwverenigingen, welzijnsinstel-
lingen en politieke partijen, zullen druk op
"Den Haag" moeten uitoefenen om de objectsubsidies
te verhogen, zodat het evenwicht tussen het modale
inkomen en de te betalen huur weer wordt hersteld.
In dit verband vinden wij het nogal beneden
peil dat de zwartepiet enigszins wordt doorgescho
ven naar de woningbouwverenigingen met de