7 JUNI 1979
607
kostenbewaking en een uitgekiend ontwerp komen,
hetgeen echter niet ten koste van de kwaliteit
mag gaan. Wij zijn van mening dat er wat dat be
treft aan bouwers en ook aan woningbouwverenigin
gen meer eisen kunnen en moeten worden gesteld.
Als er namelijk bij grondverkoop geen aantallen
worden vastgelegd ten aanzien van bijvoorbeeld de
te bouwen premie-A-woningen dat zijn premiewo
ningen waarop de maximale premie kan worden ver
kregen of ten aanzien van woningen met een huur
die binnen de huursubsidietabel voor mensen van
onder de 30 valt, dan zullen naar wij vrezen zul
ke woningen in de binnenstad niet worden gebouwd.
De heer TEN WOLDEDaarom leggen we nu juist
die percentages vast! De bouwprojecten zullen aan
de hand van voor de gehele binnenstad vastgestel
de percentages worden uitgegeven. Ik begrijp niet
waarop u de conclusie baseert dat dat niet zo zou
zi jn
Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Er zijn pre
miewoningen A en premiewoningen B en voor die
twee categorieën worden nergens exacte aantallen
bepaald. Als op dat punt niets wordt vastgelegd in
de contracten voor grondverkoop, dan zullen de
premiewoningen A, waarvan je misschien mag veron
derstellen dat ze voor een aantal mensen nog bin
nen de financiële mogelijkheden liggen, niet wor
den gebouwd, omdat de noodzaak om met de prijs
binnen bepaalde grenzen te blijven een enorme kos
tenbewaking vereist. Hetzelfde geldt voor woningen
voor jongeren. Zoals men weet zijn er twee huur
subsidietabellen, één voor beneden- en één voor
boven-30-jarigen, waarbij de eerste minder gunstig
is dan de laatste. De aanvangshuur moet al lager
zijn, wil een beneden-30-jarige voor huursubsidie
in aanmerking komen. Welnu, als je niet in de con
tracten vastlegt dat bepaalde aantallen woningen
aan die eis dienen te voldoen, zullen zulke wonin
gen gewoon niet worden gebouwd.
Tegen de achtergrond van de opmerkingen die