7 JUNI 1979
611
afgewezen. Deze conclusie is getrokken uit een be
rekening waarbij naar mijn mening selectief een
aantal gegevens bij elkaar is gezet. De beslissing
over de invulling van de bouwlokaties in de binnen
stad is gekoppeld aan de sanering van het gehele
grondbedrijf B, waarbij ook grote verliezen op
niet-binnenstadsterreinen betrokken zijn. De con
clusie over het bereiken van de grens van de reser
vepositie van de gemeentezoals die in het pread
vies voorkomt, is getrokken zonder integraal alle
reservesvan de gemeente te bekijken. De eventuele
winst van het grondbedrijf A, de betekenis van de
claims van de algemene reserve van ongeveer 10
miljoen, de besteding van de EnWa-overwinst en de
reserve van andere afdelingen van de gemeente zijn
mijns inziens onvoldoende bekeken. Op die manier
is men niet tot een echte financiële prioriteit
stelling voor sociale woningbouw gekomen.
In onze wijzigingsvoorstellen ten aanzien van
het voorstel tot sanering van het grondbedrij f B
doen wij dat wèl. Wij menen dat onze wijzigings
voorstellen tot de bouw van 575 extra woningwetwo
ningen in de binnenstad als volgt financieel kun
nen worden gedekt.
De voorstellen 1 t/m 3. Wij menen dat de uit
breiding van het aantal woningwetwoningen kan wor
den betaald door een extra blokkade van de algemene
reserve. De hier bedoelde uitbreiding kost ongeveer
1,5 miljoen. Onzes inziens kan dit bedrag nog
uit de reserve van 10 miljoen worden geput.
Voorstel 4. De kosten hiervan kunnen naar on
ze mening worden gedekt door nu alvast te beslis
sen dat Breda 400.000,van de vrije ruimte voor
de jaren 1980-1983 aan de volkshuisvesting zal be
steden: in totaal levert dat 1.600.000,op.
De voorstellen 5a en 5b, neerkomend op het
extra bouwen van in totaal 300 woningen in het
plan-Beijerd/VlaszakDeze voorstellen zouden vol
gens ons kunnen worden gefinancierd zoals wij op
een extra aanvulblad hebben uiteengezet.