7 JUNI 1979 613 middelen zoals vernoemd in het voorstel 161 - op dit moment een bedrag van 2.000.000,worden ingezet voor verho ging van het aantal woningwetwoningen op de bouwlokaties in de binnenstad." De heer VAN DE STEENOVEN: Ik wil dit aanvul- blad nader toelichten, omdat het nogal ingewikkeld is. Wij stellen voor de sanering van het grondbe drijf B in twee delen te splitsen, dat wil zeggen: een gedeelte van die sanering uit te stellen. Van daag zouden we de sanering willen beperken tot de sanering van het grondbedrijf B voor wat de ter reinen in de binnenstad betreft. Van de door het college voorgestelde blokkade van de reserves ten behoeve van de sanering van het totale grondbedrijf het gaat daarbij om een bedrag van 4.575.000,houd je dan 2.000.000,over, want je sluit de sanering van het grondbedrijf voor wat de terreinen buiten de binnenstad betreft voorlopig uit. Met dat bedrag van 2.000.000, kun je de bouw van 300 woningwetwoningen extra in het plan Beijerd/Vlaszak financieren. Natuurlijk is het zo dat ook het gedeelte van het grondbedrijf B, samenhangend met terreinen buiten de binnenstad, dient te worden gesaneerd. Dat blijft uiteraard even veel geld kosten, ook als het wordt uitgesteld. Wij zeggen daarover niet: laat dat zo maar zitten en dat moeten we later dan maar weer zien. Op dit punt hebben wij wel degelijk bepaalde gedachten. Onzes inziens zou het het bes te zijn de tweede fase van de sanering van het grondbedrijf B uit te stellen tot eind 1980. Als dan zou wellicht dekking kunnen worden gevonden door een extra inzet van de algemene reserve; er is dan naar alle waarschijnlijkheid wat meer dui delijkheid over de definitieve kosten van de ri oolwaterzuivering en over het risico van de B.T.W., terwijl we voorts een beter beeld zullen hebben over wat we met de overwinst van het EnWa-bedrijf kunnen doen. Daar komt nog bij dat we in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 613