614 7 JUNI 1979 tussenliggende periode tot eind 1980 de overige reserves van allerlei gemeentelijke bedrijven nog eens extra kunnen doorlichten om na te gaan of daar wellicht nog ruimte voor de sanering van het grondbedrij f kan worden gevonden Ik denk dat we op deze manier beslist kunnen komen tot een verantwoorde dekking van de plannen die mijn fractie met haar wijzigingsvoorstellen ter tafel heeft gebracht. Wanneer we de huisves tingsnood van de lager betaalden in Breda écht ex tra aandacht en zorg willen geven, zullen we daar voor ook financieel over de brug moeten komen. De financiële positie van de gemeente Breda is zoda nig dat dit kan, ook al zullen we dan op andere gebieden natuurlijk wel zuiniger aan moeten doen. De P.v.d.A.-fractie wil daartoe nu beslissen, want dat is nu juist de verantwoordelijkheid van een gemeenteraad. Je moet als gemeenteraad voortdurend bepalen welke problemen het eerst om een oplossing vragen en als je dat hebt gedaan, moet je niet ver volgens tot de conclusie komen dat de oplossing financieel onmogelijk is of dat je er geen geld voor beschikbaar wilt stellen: je moet dan echt het uiterste doen om ook financieel je beleid aan die prioriteitstelling aan te passen. Tot slot het volgende. Het huisvestingspro bleem is zó groot en de totstandkoming van een op lossing vraagt nog zó veel tijd, dat het nodig is structureel middelen te gaan vrijmaken om de huis vestingsnood effectief te bestrijden. Ik stel daar om namens mijn fractie voor een fonds volkshuis vesting in te stellen. Via dat fonds zouden dan middelen beschikbaar moeten worden gesteld om ook op langere termijn de huisvestingsnood te bestrij den. Ik dien in dit verband bij dezen een motie in (applaus op de publieke tribune) De VOORZITTER: Dames en heren. U mag zo af en toe best klappen, maar ik geloof dat u dat beter buiten deze deur zoudt kunnen doen. Het is nog niet hinderlijk, ik vind het nog wel acceptabel,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 614