616 7 JUNI 1979 woningbouw voorrang moet krijgen. Het is naar onze mening de verantwoordelijkheid van de gehele raad om daar waar mogelijk woningen te realiseren. Op deze plaats is het mogelijk, hoewel het nog steeds een druppel op de gloeiende plaat zal zijn. Na dit, voor ons het meest zwaarwegende argu ment nog enkele andere motieven om "nee" te zeg gen tegen een parkeergarage 2. Er zijn op dit ogenblik al parkeergarages die bij lange na niet vol zijn. Dit zou erop kunnen wijzen dat mensen hun auto liever iets verder weg zetten dan dat zij voor het parkeren betalen. Ik zou de wet houder willen vragen of hier ooit onder zoek naar is verricht. - 3. Een parkeergarage werkt altijd verkeers- aantrekkend. Voor deze woonbuurt is dat zeker een erg groot bezwaar. Bovendien is er geen behoorlijke in- of uitgang te ma ken. Hoe deze ook gesitueerd zal worden, er zal altijd overlast voor de woonbuurt ontstaan en het beschermd stadsgezicht zal worden aangetast. 4. Tot slot een financieel argument. De wet houder beweert dat door het instellen van een tijdelijke voorziening van kort parke ren de financiële lasten zouden worden op geheven. Wij geloven daar niet in. Op grond van ons tweede argument, namelijk het feit dat er nog steeds parkeergarages leeg staan, hebben wij het idee dat mensen lie ver geen gebruik maken van faciliteiten voor betaald parkeren. Over het gebruik van artikel 19 van de Wet op de ruimtelijke ordening in het kader van dit voor stel hoef ik eigenlijk niets te zeggen; het stand punt van de P.v.d.A. daarover is bekend. Dan nu nog enkele opmerkingen over de Spoor- buurt-west. Het voorstel over dit gebied is helaas één van de weinige voorstellen waar de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 616