7 JUNI 1979
625
die op ons afkomen zijn mijns inziens volstrekt
duidelijk: er wordt gesproken over maximalisatie
van percentages en over het invullen van politieke
programakkoorden, er worden wederzijdse verwijten
uitgesproken, men twist over woordinterpretaties
en over wat er wèl en wat er niet is gezegd, men
vergeet af en toe genomen besluiten en men geeft
van tijd tot tijd een invulling die op dit ogen
blik in de gedachten komt zonder aan de toekomst
te denken. Tegen die achtergrond wil ik vanavond
graag aan de discussie deelnemen.
Tijdens de onderhandelingen over de college
vorming van augustus j.l. is overeenstemming be
reikt over een formulering, inhoudende dat de zorg
voor goede en betaalbare huisvesting voor iedere
inwoner van Breda in het beleid centraal zou staan
Dat geldt voor alle bevolkingscategorieën, waarbij
uiteraard ik beklemtoon dat graag de huis
vestingsproblematiek van de sociaal zwakkeren in
de samenleving extra aandacht en zorg verdient.
Het komen tot laatstbedoelde passage heeft bij de
formulering van het programakkoord ettelijke uren
gekost, omdat "extra aandacht" zo nodig moest wor
den vervangen door "voorrang". Die alternatieve
tekstinbreng van de P.v.d.A. stuitte bij het C.D.A
en de V.V.D. op bezwaren, met name omdat de gemeen
te ervoor staat woningen te doen bouwen voor de
gehele bevolking. De categorieën waarvoor moet wor
den gebouwd, zullen worden afgewogen volgens een
evenwichtig beleid aan de hand van de benadering
zoals die zich deels via de behoefte, deels via de
haalbaarheden en de financiële mogelijkheden mani
festeert. Wanneer men op voorhand een voorrangsi
tuatie voor bepaalde bevolkingscategorieën schept,
stelt men bij het gemeentelijk bestuur een aantal
bevolkingsgroepen tegenover elkaar. Het gemeente
bestuur mag een dergelijk beleid niet voeren, om
dat het elk moment wordt gesteld voor de afweging
van de situatie zoals zij is en van wat er moge
lijk is.
De ter tafel liggende voorstellen willen wij