7 JUNI 1979
631
De heer TEN WOLDEIk kom niet steeds met het
zelfde verhaal; ik zeg alleen maar dat we ons moe
ten inspannen omdat er kennelijk toch wel een ver
schuivingspotentie in de woonruimteverdeling zit
en omdat de gemeente toch maar eens naar de oorza
ken moet kijken. Ik verwacht daar persoonlijk méér
van dan van een extra woningbehoefte-onderzoek
want daarmee bouw je geen enkele woning. Naar mijn
mening moeten de gedachten ook in die richting
gaan. Er wordt iets opgelegd als een dictaat zon
der dat er enig cijfermatig hard gegeven aan ten
grondslag ligt. Ik wil er alleen op wijzen dat er
volgens het stadsgewestelijk onderzoek mogelijkhe
den zijn.
Met de heer Eissens ben ik het volstrekt eens
dat het er op aankomt te bouwenWe moeten bouwen
en niet leuteren, want, zoals de heer Schaefer het
heeft gezegd, "in gelul kun je niet wonen". Krach
tig werken aan de algehele woningbouwproduktie
heeft bij ons primaire aandacht. Je zult daarbij
ook voor een deel in de richting van het eigen-
woningbezit moeten werken. We moeten namelijk con
stateren dat moeten we niet politiek zien
dat we op een gegeven ogenblik zo'n geweldig groot
contingent gemeentewoningen krijgen, dat we het
onderhoud niet meer kunnen behappen
De heer HENDRIKSENHet verhaal van de heer
Ten Wolde doet mij steeds meer denken aan de ver
halen die de V.V.D. bij de programonderhandelingen
naar voren heeft gebracht, namelijk door steeds te
zeggen dat er in Breda in feite geen woningnood is
Ik zou twee vragen aan de heer Ten Wolde willen
stellen. 1. Vindt de V.V.D. dat er in Breda sprake
is van woningnood? 2. Zo ja, vindt de V.V.D. dan
dan er aan die woningnood iets zou moeten worden
gedaan in de sfeer van bijvoorbeeld sociale woning
bouw?
De heer TEN WOLDE: Iets natuurlijk wel en ik
noem 36% meer dan "iets", ja zelfs heel veel.
Daarnaast heb ik gezegd dat er woningzoekenden