7 JUNI 1979 639 fractie van mening dat we de activiteiten bij wij ze van test-case zouden moeten voortzetten, onder aantekening dat we in de toekomst in andere delen van de binnenstad wellicht niet op deze wijze te werk zullen gaan. In dit verband haak ik even in op de nota waarin te lezen is dat de resultaten van de werkwijze in de Spoorbuurt model zullen staan voor de andere ik vind het een rotwoord! "brandhaarden": de andere wijken waar nodig vernieuwingen moeten plaatsvinden. Ik hoop dat dat mogelijk zal zijn, maar we zullen toch ook de no dige efficiëntie moeten betrachten. Mijn fractie kan zich in het voorgestelde beleid mede vinden omdat het college de bedoeling heeft de vele be staande gezonde bedrijven in de Spoorbuurt te hand haven. Vanavond is door de P.v.d.A. het beeld op geroepen dat we de bedrijven maar zouden moeten verplaatsen en dat we uitsluitend een woonfunctie zouden moeten invullen, waarbij er méér ruimte voor sociale woningbouw zou moeten zijn. Als we werkelijk alle betrokken bedrijven zouden willen verplaatsen, nemen we toch wel zó veel op de schop, dat we het gat dat we zelf hebben gegraven überhaupt niet meer kunnen zien. De heer HENDRIKSENDan wordt de tekst van onze motie door de heer Ten Wolde misverstaan. De intentie van de motie is juist de derde fase als een mogelijkheid voor de toekomst te blijven bewa ren. Wij willen die derde fase boven tafel houden door erover in gesprek te blijven. Het college moet in dat verband stappen ondernemen en daarover regelmatig mededelingen aan de raad doen. De derde fase dient naar onze mening niet bij voorbaat uit het oog te worden verloren De heer TEN WOLDE: Uit het oog verliezen doen wij nooit zo veel. Als iets in de toekomst moge lijk is, zien we dat wel en wij achten de verant woordelijke wethouders en de twee wethouders die een minderheidsstandpunt hebben mans genoeg om de vinger aan de pols te houden. Dat vertrouwen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 639