7 JUNI 1979
643
in de commissie voor de financiën over een "aan
name ge sproken
Wethouder BROEDERS: Ik heb daarbij wel de
cijfers en de risico's genoemd waarbij naar mijn
mening de grens is bereikt. Dat was volstrekt open
en volstrekt duidelijk.
De heer CRUL: Natuurlijk, maar er is nooit
aangegeven waarom 8 miljoen werd genoemd. Na
tuurlijk zijn er risico's en iedereen weet dat het
risico van de R.W.Z. aanzienlijk is. Er is echter
nog niemand die heeft gezegd waarom 8 miljoen
acceptabel is en 13 miljoen niet. De heer Ten
Wolde gaat daar steeds niet op in. Blijkbaar heeft
hij die 8 miljoen wèl onderbouwd; de 13 mil
joen kan hij niet onderbouwen omdat hij die niet
wil
De heer TEN WOLDE: Ik kan waarschijnlijk wel
een verhaal opstellen om de 8 miljoen te onder
bouwen en ik kan waarschijnlijk ook wel een ver
haal opstellen om de 13 miljoen te onderbouwen.
Overigens ben ik van mening en dat is een punt
van verschil tussen de werkwijze van de P.v.d.A.
en onze wijze van politiek voeren dat in de
kring van het college met zijn dagelijkse informa
tie de reserves veel beter kunnen worden ingeschat
dan wanneer ik ze als individueel raadslid met
mijn fractie even op een achternamiddag of een
avond zit uit te puzzelen. Ik heb nu ten aanzien
van beide modellen om een beeld gevraagd en daar
op zullen wij ons besluit baseren. Ik wacht de ge
vraagde gegevens af, want ik heb, ook ten aanzien
van het minderheidsstandpunt meer vertrouwen in
informatie van de kant van het college dan in wat
ik zo voor de vuist weg hier in de raadszaal naar
mij toe geschoven krijg.
De laatste tijd heb ik de indruk dat de
P.v.d.A. bij het ene voorstel "zus" zegt, bij het
andere "zo". De mensen van de P.v.d.A. leggen
telkens een ander wensenpakket op tafel en denken