648 7 JUNI 1979 Er valt ook een duidelijke ontwikkeling af te leiden uit de cijfers ten aanzien van het aantal woningzoekenden. Ook daarover heeft de heer Ten Wolde erg merkwaardige opvattingen. Hij heeft ge zegd dat men wel meer cijfers tegenover elkaar kan zetten, bijvoorbeeld het aantal gebouwde woningen; ik denk dat het uitgangspunt van het volkshuisves- tingbeleid is dat iedere Bredanaar in een goede, betaalbare woning moet wonen. De heer TEN WOLDE: De heer Garritsen heeft mij niet horen zeggen dat 30% genoeg is. Ik heb gezegd: dit is haalbaar en ik wil graag het andere "plaatje" zien. De heer GARRITSEN: In de discussie in de raad tot nu toe is steeds gezegd dat 30% het juiste cijfer is. Men heeft betoogd: we hebben geen nieu we cijfers, de 30% is onderbouwd en daar gaan we van uit. De V.V.D. gaat daar nu een klein beetje aan tornen, aangezien zij met 31%, mogelijk met 32% akkoord wil gaan. Men heeft echter nooit wezen lijk aan de cijfers getornd; de onderbouwing van de cijfers heeft men nooit echt aangevallen. Zelfs al zou je ervan uitgaan dat de 30% op grond van het slechte onderzoek in het algemeen genoeg zou zijn, moet je nu al tot de con clusie komen dat het op dit ogenblik te weinig is, omdat je een achterstand in te halen hebt. Dit valt af te leiden uit het aantal woningzoekenden in Breda, waarbij het met name om mensen met de lagere en de laagste inkomens gaat. De berichten die ik in de laatste commissie vergadering van de wethouders over de percentage discussie hoorde, vond ik uiterst merkwaardig. Daar kregen we het bericht dat het college heel wat in de richting van "Den Haag" had gedaan en dat er druk werd uitgeoefend om het percentage tot 40 te kunnen opvoeren. Er zou zelfs al een brief binnen zijn, inhoudende dat het percentage met een aantal "mitsen" 38 mag bedragen. Ik vind de gang van zaken erg merkwaardig. Eerst wijst

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 648