7 JUNI 1979 651 discussie Het zal duidelijk zijn dat wij met de drie bovengenoemde plannen grote moeite hebben. Ik on derschrijf het betoog van mevrouw Saelman over de inspraak en ik zal het niet in mijn eigen woorden gaan herhalen. Wêl wil ik ten aanzien van het plan-Spoorbuurt-west nog het volgende inbrengen. Wij vinden dat de woonfunctie in dat gebied erg beperkt is, waarmee we hoe kan het? een beet je op één lijn zitten met de V.V.D. Ik heb een amendement voorbereid, inhoudende dat de geplande P.T.T-vestiging op de hoek van de Belcrumtunnel dient te vervallen en dat moet worden onderzocht of op die plaats woningwetwoningen kunnen worden gebouwd. In de commissievergadering heb ik begrepen dat er sprake zou kunnen zijn van geluidshinder, maar ik heb toen al betoogd dat de afstand van eventuele woningen tot het spoor groter is dan de afstand tot het spoor van de nieuwe woningen aan de Spoorstraat. Nader uit te zoeken punten zouden naar onze mening in het onderzoek kunnen worden betrokken. Ook moet er naar onze mening op korte termijn een studie worden gemaakt van mogelijke ves tigingsplaatsen, anders dan de hoek van de Belcrum tunnel, voor een nieuw P.T.T.-kantoor. Dit kantoor zal in de buurt van de spoorlijn een plaats moeten krijgen, niet in gebieden waar woningbouw is ge pland. De VOORZITTER: Mijnheer Garritsen. U gebruik te het woord "amendement", maar het amendement dat u bedoelde is tot nu toe niet ingediend. In tweede termijn zal te dien aanzien wellicht meer duide lijkheid ontstaan. De tekst waarop u doelt is in middels achter deze collegetafel, zonder dat van een amendement mag worden gesproken, wel bekend. Ik herhaal nog even wat op het gebied van mo ties en amendementen het resultaat van de beraad slagingen in eerste termijn is. Voorstel A: amendementen-Hendriksen Voorstel B: motie-mevrNieuwstraten-Driessen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 651