656 11 JUNI 1979 De heer CRUL: Ik denk dat het onvoldoende is alleen maar vast te stellen dat er in het program een aantal hoofdpunten is neergelegd. In feite zijn die punten een beetje tegenstrijdig aan elkaar. Wethouder VAN DUN: Dit is niet belangrijk, want de Partij van de Arbeid is met het programak koord akkoord gegaan, ondanks tegenstrijdigheden die daarin zouden staan. De heer CRUL: Dat erken ik, maar het is dan natuurlijk onmiddellijk de vraag voor welke van die twee tegenstrijdigheden je wilt kiezen en ik denk dat we op dat punt van mening verschillen. Wethouder VAN DUN: Ik meen dat wij consequent moeten zijn en ons zelf gewoon de vraag moeten stellen of er nu wel of geen programakkoord bestaat. Als de Partij van de Arbeid voor zichzelf consta teert dat er in het programakkoord tegenstrijdige zaken staan, moet zij daaruit consequenties trek ken. Zij moet dan öf zeggen dat het programakkoord moet worden veranderd öf dat met de interpretatie van de meerderheid van het college niet valt te leven De heer CRUL: Wanneer je constateert dat er tegenstrijdigheden zijn zul je mijns inziens met elkaar moeten praten, overleggen en onderhandelen teneinde tot elkaar te komen en ik vind dat dat tot nu toe te weinig is gebeurd. Wethouder VAN DUN: Akkoord, maar we mogen te vens vaststellen dat de constatering dat er tegen strijdigheden in het programakkoord staan een pri vate constatering van de Partij van de Arbeid is, die niet door de andere partijen wordt onderschre ven, want daarvan is niets gebleken. Ik wil het programakkoord vrij centraal stel len, omdat ik het straks nodig heb bij de stand puntverklaring namens de meerderheid van het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 656