664 11 JUNI 1979 dan moeten wij de bus pakken en naar Brokx en ande ren gaan, maar die zeggen toch "neen". Ik ben van mening dat er dan in plaats van de mogelijke, maar bijna onmogelijke, 38 woningwetbouw in het ge heel niets gebeurt. Ik refereer aan wat mijn frac tievoorzitter heeft gezegd, namelijk dat wij in ieder geval bij het leven moeten bouwen. Er zal sprake moeten zijn van continuïteit in de woning bouw en wij moeten geen illusies bij de raad en bij de publieke tribune kweken, terwijl wij op mars gaan naar Den Haag en tegelijkertijd niets doen. Ik bouw liever morgen 38 dan nooit 55 Zo lang er op landelijk niveau budgettaire problemen zijn in het kader van de 30 zo lang de wet op de Stadsvernieuwing er nog niet is en zo lang Breda nog niet valt onder de interim-saldoregeling kun nen wij wel illusies blijven koesteren, maar dat leidt tot niets. De politieke realiteit klopt dan niet met de wat illusoire politieke wil. Ik noem ook het binnengebeuren, los van het oplossen van de woningnood. Wanneer het gaat om woningwetbouw in de binnenstad, is dat mijns in ziens niet alleen een kwestie van centen. Je moet je daarbij niet alleen afvragen wat daarvan het rendement is in het kader van de volkshuisvestings- problematiek, want wij zitten dan toch nog, hoe merkwaardig dat ook klinkt, met een aantal rand- problemen, waarvan ik er twee wil noemen. In de eerste plaats noem ik de stedebouwkundige oplos singen in de binnenstad, die daar altijd veel moeilijker liggen dan in de wei, in de Haagse Beem den, en in de tweede plaats wijs ik op het feit door een ander in deze raad is dat ook wel eens gedaan dat wij dan zitten met de problematiek van een stukje sociale infrastructuur, die moet zijn aangepast aan hetgeen men in de binnenstad wil. Wanneer wij de binnenstad met 50 tot 100 sociale woningbouw willen opvullen, heeft dat met een consequenties op het gebied van onderwijsvoor zieningen, sociaal-maatschappelijke dienstverle ning, verkeer en andere zaken, en ik meen dat wij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 664