15 FEBRUARI 1979 67 doen over de agendapunten 17 en 20. Wethouder VAN DUN: Het lag in de bedoeling vanavond aan de orde te stellen de verkoop aan "Sint Joseph" en "Brebo", het in te voeren toela tingsbeleid en de verkoopvoorwaarden, waarover de commissies voor openbare werken en voor ruimtelijke ordening hebben geadviseerd. Uit de advisering is ons duidelijk geworden welke standpunten de frac ties is geadviseerd in te nemen. Anderzijds zijn er de laatste tijd persberichten verschenen over verkoopregulerende maatregelen, een advies van de raad voor de volkshuisvesting. Voorts heb ik aan het eind van de middag een persbericht van het de partement op mijn tafel gekregen over een extra vergadering van de commissie volkshuisvesting van de Tweede Kamer over dezelfde problematiek als wij vanavond zouden bespreken. Een en ander hoeft mijns inziens aan het standpunt van het college niets te veranderen, maar ik meen dat het zin heeft tegen de achtergrond van de berichten die enigszins "dif fuus" bekend zijn, ook de raadsleden de informatie te verschaffen die wij nu te elfder ure hebben ontvangen. Vervolgens zouden wij dan pas tot dis cussie over deze problematiek moeten overgaan, waarbij mede aan de orde is de invoering van "een" Woonruimtewet 1947. De minister en de staatssecre taris hebben, naar mij nu bekend is, geantwoord dat het om een gewijzigde Woonruimtewet 1947 gaat. Dit heeft naar mijn mening alles te maken met de inhoudelijke aspecten en de politieke toetsing daarvan, het heeft ook te maken met een interpre tatie van het programakkoord. Tegen deze achtergrond kan ik de raad medede len dat ik, voor zover mij dat mogelijk was, het college heb geraadpleegd en heb voorgesteld van avond de punten 17 en 20 niet te behandelen. In verband met de urgentie van verkopen, gezien de gewenste voortgang van het proces in de Haagse Beemden, is het de bedoeling dat de bedoelde pun ten aanstaande maandag aan de orde komen. Wij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 67