696 11 JUNI 1979 een parade door alle mogelijkheden van de gemeente maakt, blijkt het niet uitgesloten te zijn plannen als de onze ter tafel te brengen. De heer TEN WOLDE: Heeft de heer Welschen bij zijn collega Van Dun geïnformeerd of een bedrag van 2 miljoen extra ertoe kan leiden dat het percentage van 38 naar 55 kan oplopen? Ik betwij fel in hoge mate dat dat hard kan worden gemaakt. Wethouder WELSCHEN: Dat is het punt waarom trent de grootste problemen bestaan, namelijk de splitsing van de sanering van het grondbedrijf in twee fasen, en de andere zaken waren eigenlijk minder in discussie; wij hebben in dat verband de schommelwinst-EnWa en nog enkele andere dingen aan geduid. Ik geloof dat we heel duidelijk op tafel kunnen leggen dat de 2 miljoen, de laatste 2 miljoen van het totaalbedrag dat we voor de 55 nodig hebben, inderdaad kan worden gevonden. Wij hebben niet eens gewezen op de mogelijkheid om bijvoorbeeld een budgetegalisatiefonds te benut ten en iets te doen in de richting van schrappen van claims die de komende jaren moeten worden ge honoreerd, terwijl wij ook niet op het middel van de onroerend-goedbelasting hebben gewezen. De ge noemde mogelijkheden bestaan wel, maar zij zijn zeer pijnlijk voor de hele stad en voor bepaalde sectoren van beleid. Voor ons geldt dat wij de pri oriteit die in een bepaalde sector is aangegeven ook zo veel mogelijk willen waarmaken, ook als dat zeer pijnlijke stappen vergt. De heer PEETERS: U geeft die pijnlijke stap pen toch niet aan. Wethouder WELSCHEN: Wij hebben in het dek kingsplan, dat door onze fractie is overgenomen en in eerste termijn is ingebracht, een mogelijk heid aangegeven waarmee de afdeling financiën wel iswaar niet gelukkig is, maar waarvan zij toch ook

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 696