702 11 JUNI 1979 duidelijkheid willen hebben. Ik ben het namelijk spuugzat! Inspraak wordt vanavond verheven tot een beslissing van de burgers, zelfs al moeten raads besluiten in het beleid worden herroepen. Helpt u ons nu maar over de dam en zegt u ons nu maar hoe het moet met het op gang zijnde proces. Stelt u zich eens voor dat inspraak die dan beslissing is leidt tot het afwijzen van de Haagse Beemden en van het begin in Dorst; ik moet er niet aan denken! Het is waar of het is niet waar en ik wil van de twee wethouders, die een minderheidsstand punt hebben ingenomen, weten hoe zij nu toch de inspraak tot een beslissing kunnen willen verhef fen met een recent voorbeeld voor ogen. Ik zal dit voorbeeld niet met name noemen, want de beide wet houders zijn intellectueel genoeg om dat zelf te begrijpen De heer HENDRIKSEN: Ik begrijp dat de heer Van Dongen met zijn opmerking over de inspraak in feite doelt op het eerste amendement, dat wij met betrekking tot het sociaal plan hebben ingediend. Is dat juist? De heer VAN DONGEN: Dat is juist. De heer HENDRIKSEN: Mag ik u dan vragen wat u bijvoorbeeld tegen de eerste zin van dat amende ment hebt? De heer VAN DONGEN: Ik heb het niet over de eerste zin, ik heb het over veel fundamenteler dingen. Ik rommel niet in de marge, ik zoek het niet in zinnetjes; ik zoek naar de idee, naar de mentaliteit en ik wil weten wat men ervan verwacht als inspraak wordt verheven tot beslissing, zelfs als daarvoor raadsbesluiten moeten worden herroe pen in een bepaald beleid. Voorts zou ik graag willen weten hoe het dan verder moet met de plaatsen van de twee wethouders, de portefeuillewethouder voor dit geheel en de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 702