704 11 JUNI 1979 financiële kant van de zaak? Ik bespeur in de re actie van de wethouder namelijk een opstelling in de geest van "och, we hebben nog maar 2 miljoen nodig" en ik zag dat gaarne wat verduidelijkt. In de derde plaats een bemerking ten aanzien van het bij mij zo overkomende "gatenplan" van de heer Van de Steenoven. De wijzigingsvoor stellen van de P.v.d.A. overziende, rijst bij mij het beeld van iemand die 200,schuld heeft en toch nog graag 100,zou willen besteden. Hij zegt dan: "Weet je wat? Ik besteed maar 100,houd de andere 100,in mijn zak en geef die opnieuw uit", waarbij hij dan vergeet te vertellen dat hij een nieuw gat heeft gemaakt. Dat is de indruk die ik krijg als ik het betreffende wijzigingsvoorstel van de P.v.d.A. op zijn merites bekijk De heer VAN DE STEENOVEN: De heer Peeters lokt een korte reactie van mijn kant uit. Ik denk dat het een verkeerde vergelijking is wanneer men stelt dat de gemeente alleen maar 200, schuld" heeft. De gemeente heeft momenteel een aan tal reserves en die reserves kunnen met enige moeite worden aangewend om bepaalde dingen te fi nancieren. Dat zal wat risico met zich brengen, maar het is niet zo dat het gat met ons voorstel alleen maar groter wordt gemaakt. Wij hebben voor gesteld een jaar de tijd te nemen om een dekking voor het gat van enkele miljoenen te vinden. De heer PEETERS: De heer Van de Steenoven voelt precies aan waar ik naartoe wil, namelijk naar de constatering van het feit dat wij als C.D.A.-fractie niet met een gedeeltelijke sanering van het grondbedrijf B kunnen meegaan. Dat is het gat waar het om gaat en wij hebben een besluit voor ons liggen om deze aangelegenheid af te han delen. Wij gaan er niet mee akkoord dit voor de helft te laten liggen en de middelen, die zoge naamd vrij zouden komen, elders te besteden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 704