11 JUNI 1979
705
De heer VAN DE STEENOVENWaaróm niet?
De heer CRUL: Mijnheer de voorzitter. Het
C.D.A. heeft net als in de voetbalwereld wat tijd
nodig gehad om zich warm te lopen, maar dat kan
nooit kwaad. De discussie gaat eigenlijk niet meer
over de zaken die nu zo uitdrukkelijk op tafel lig
gen. De heer Van Dongen stelt steeds dat wij ons
moeilijk kunnen inleven in situaties waar hij zich
beter in thuisvoelt, althans zo begrijp ik zijn
opmerkingen. Hij spreekt in dit verband regelmatig
over de sociaal zwakkeren en wat daarmee te verge
lijken is. Wij hebben er nooit een misverstand
over laten bestaan dat het hier in wezen gaat om
mensen die iets minder te verteren hebben. Het is
best mogelijk dat die mensen in hun omstandigheden
net zo gelukkig zijn als mensen die wat meer te be
steden hebben, maar daar kunnen en moeten wij hier
niet over oordelen. Het gaat ons er voornamelijk
om dat de overheid voorwaarden moet scheppen opdat
er wat meer gelijkheid komt en ik dacht dat de heer
Van Dongen daar op geen enkele wijze bezwaar tegen
zou kunnen hebben.
Namens mijn fractie wil ik reageren op de
woorden van de heren Eissens, Ten Wolde, Van Dun
en Broeders, hetgeen ik zo kort mogelijk zal trach-
te doen. Wij hebben in het weekend de tijd gehad
om wat afstand van een en ander te nemen en ik wil
dan ook beginnen met het noemen van een aantal po
sitieve punten uit de betogen vein de heren Eissens
en Ten Wolde van de vorige week. De heer Eissens
heeft op een gegeven moment, wat Europees vertaald,
gezegd dat hij zich "daarin wel zou kunnen vinden",
maar hij zei niet waarin dan wel; misschien staat
dit hem nu wat duidelijker voor ogen.
De heer EISSENS: Het ging over de mentaliteit.
De heer CRUL: Oh, dat had ik niet zo begrepen.
Verder heeft de heer Eissens gezegd dat wij elkaar
nodig hebben om tot een oplossing te komen en dat