712 11 JUNI 1979 verschil in benadering. Wij zeggen dat de huidige woningnood alleen direct kan worden opgelost en dat indirecte maatregelen niet tot resultaat lei den, terwijl u het toch langs die andere weg wilt proberen In de richting van de heer Broeders wil ik nog iets over de financiële onderbouw zeggen. Ik ben altijd een beetje onder de indruk van zijn be togen De heer EISSENS: Het is jammer dat u daar geen conclusies aan verbindt. De heer CRUL: Wij mogen toch ook nog wel ei gen inzichten hebben? De heer Peeters had het in dit verband even over een motie van wantrouwen, maar wij hebben de heer Broeders in 1970 al in het college willen kiezen en van enig wantrouwen is van onze zijde dan ook geen sprake. Het gaat erom dat wij in het kader van de financiële positie van Breda een aantal dingen tegen elkaar afwegen. Ik ben altijd wat onder de indruk van de betogen van de heer Broeders, omdat hij de zaak in elke situatie die zich voordoet op uitstekende wijze kan onderbouwen. Ik wil hem en de heer Ten Wolde even verwijzen naar de discussies over de Haagse Beemden. De heer Ten Wolde kan zich waarschijnlijk nog wel herinneren dat de V.V.D. toen een belang rijke financiële "mits" had. Wij hebben toen be toogd dat men nogal wat risico's liep met het in vullen van het exploitatie-overzicht en van al het geen met de Haagse Beemden te maken had en net als wij toen, heeft de heer Broeders vanavönd gewezen op de gevaren die een dergelijke handelwijze met zich brengt, een en ander met betrekking tot onze voorstellen. Wij hebben er destijds op gewezen dat die financiële "mits" maar zwak was onderbouwd, hetgeen onmiddellijk aan de orde kwam toen het om de complementaire voorzieningen ging. Door het college was voorzien dat er in de loop der jaren een overschot van 9 miljoen zou ontstaan en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 712