714 11 JUNI 1979 P.v.d.A. vier sprekers, dus kennelijk heeft men de zaak nu wat meer gecentraliseerd. Uit de betogen van wethouder Van Dun en wet houder Broeders is gebleken dat er sprake is van een stukje bewogenheid en dat er gedaan is wat er gedaan kan worden. Het is dus niet zo als de heer Crul net wat emotioneel zei, dat de wethouder met de handen omhoog staat en bij de pakken neer zit. Dat is juist het vraagstuk waar het momenteel in totaliteit om gaat. De heer Broeders heeft terecht opgemerkt dat 8 miljoen per jaar is bijgelegd om de 38 sociale woningbouw, die er nu is, moge lijk te maken. Nu moet de heer Crul daaruit beslist niet de conclusie trekken dat C.D.A. en V.V.D. de sociale woningbouw nu maar even naast zich neerleg gen. De heer Crul vergeet te vermelden dat wij in het kader van de binnenstad over zeer dure gronden spreken, waar hij in feite de goedkoopste woning bouw gerealiseerd wil zien. De heer CRUL: Dat heeft geen betrekking op alle bouwlocaties in de binnenstad. Inderdaad is in de Leuvenaarstraat-Middellaan door renteverlies dure grond ontstaan, maar het is nog maar de vraag of dat met de andere bouwlocaties ook het geval is. De heer TEN WOLDE: Dan kom ik op mijn oor spronkelijke inleiding terug, waar de heer Crul ook niet aan refereert. Als wij de 38 die nu op tafel ligt niet op deze wijze of in de vorm van an dere percentages in de binnenstad realiseren, be tekent dat een stuk volkshuisvestingsbeleid dat wij ook niet hard kunnen maken. De heer Welschen zegt: als je iets wilt, dan kun je dat. Met andere woorden: als je de politieke wil maar hebt, dan kun je als gemeente in principe elke weg bewande len, zonder daarmee over de woningnood op zich te praten. Op die manier kun je natuurlijk nooit een beleid voeren waarmee alles kan worden gerealiseerd. Ik doel dan onder andere op de complementaire voorzieningen in de Haagse Beemden. In de discussie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 714