11 JUNI 1979
719
interruptie aan u gevraagd. Ieder jaar komt u in de
raad met de doorstroming op de proppen, maar het
wérkt niet en het heeft nooit gewerkt! Waarom spie
gelt u het de mensen dan als een mogelijkheid voor!
De heer TEN WOLDE: Uit de Stadsgewestelijke
nota blijkt dat 28 van de bewoners van Breda in
'78 -- in het Stadsgewest als totaliteit was dat
34 -de wil en ook de mogelijkheid had om naar
een ruimere woning te verhuizen en ik vind dat wij
ons politiek sterk moeten maken om daar aandacht
aan te besteden. Ik wens op dit punt niet bij de
pakken neer te gaan zitten, maar omdat wij moeten
constateren dat onze financiële mogelijkheden in
de toekomst beperkt zijn moeten wij ons juist rich
ten op de mogelijkheden, die er in het totale wo
ningbestand zijn, rekening houdend met de mensen
die de woningen bewonen. Daarop moeten wij onze
aandacht vestigen en het is zeker niet zo dat wij
de zaak met een raadsbeslissing van 55 even één,
twee, drie bij de rijksoverheid kunnen regelen. Ik
vind dat wij nu moeten beginnen met die 38 en ik
heb er vertrouwen in dat wethouder Van Dun, als
hij bij de rijksoverheid een mogelijkheid ziet om
dat percentage wat te verhogen, daar zeker moeite
voor zal doen. Dat vertrouwen wenst de P.v.d.A.
op dit punt echter niet te hebben. Ons verwijt
uit de algemene beschouwing van november, dat de
toen getrokken conclusie voorbarig was, wordt nu
opnieuw onderbouwd met betrekking tot het totale
beeld dat de heer Crul in november op tafel heeft
gelegd. Het is natuurlijk heel gemakkelijk om in
de richting van de bevolking te zeggen dat de wo
ningnood erg hoog is en dat C.D.A. en V.V.D.
want daar komt het in feite op neer daar niets
aan willen doen, maar dat men er rustig bij gaat
zitten om te zien wat het college er van terecht
brengt. Wij vinden dat we vertrouwen in de activi
teiten van het college moeten hebben en dat we de
wethouders moeten opdragen de mogelijkheden nog
eens goed te bezien, want zij moeten ons niet met