11 JUNI 1979
721
ligt en alleen een projectmatige aanpak van de in
spraak belooft. Als de belangrijkste kaders al zijn
aangegeven, mag de bevolking alleen nog wat "in de
zandbak spelen" en gezien het gemak waarmee de gro
te kaders zonder inspraak zijn aangegeven, denken
wij dat zelfs van dat spelen in de zandbak niet
veel meer terecht zal komen.
De heer GARRITSEN: U hebt toch duidelijk kun
nen constateren dat mevrouw Paulussen over heel
fundamentele punten nog inspraak van de bevolking
wenst.
Mevrouw SAELMAN-BOELENIk vat dat anders op.
Ik betreur het bijzonder dat juist de P.v.d.A.,
die de coördinatie van de inspraak in portefeuille
heeft, zich in dit verband niet sterker heeft opge
steld, want dit is een punt waarop de P.v.d.A. een
vuist had kunnen maken.
De moties en amendementen van de P.v.d.A.
zien wij als lege hulzen die geen enkele waarborg
geven en alleen bijdragen aan de schone schijn en
de mooie beloften, waarvan de Bredase markt reeds
lang is verzadigd.
De heer GARRITSEN: Volstrekt duidelijk is ge
worden dat het programma van dit college een waar
deloos stuk papier is. Deze opmerking van degene,
die als enige in deze raad vond dat dit programma
niet moest worden uitgevoerd, is logisch en van
zelfsprekend. De ondertekenaars van dit programma
zullen op dit moment echter ook tot die conclusie
moeten komen. Met ditzelfde programma in de hand
toveren de P.v.d.A.-wethouders ons hun minderheids
standpunt voor, waarbij zij uitvoerig uit het ak
koord citeren om aan te tonen dat hun standpunten
hierop zijn gebaseerd. Als zij bijvoorbeeld cite
ren: "De zorg voor de goede en betaalbare huisves
ting van iedere inwoner van Breda staat centraal
in het beleid en heeft daarin de hoogste prioriteit.
Dit geldt voor alle bevolkingsgroepen, waarbij